De Curaçaose premier Gerrit Schotte en Emsley Tromp, president-directeur van de Centrale Bank van Curaçao en St. Maarten, rollen al ruziënd over de voorpagina’s van de lokale kranten. Ze beschuldigen elkaar wederzijds van corruptie.
Tromp zegt harde bewijzen te hebben over fout gedrag van drie ministers uit de huidige regering, inclusief de premier, en heeft aangekondigd aangifte te willen doen bij het Openbaar Ministerie.
In een rechtstreeks op tv uitgezonden persconferentie vroeg Schotte uitleg over een dubieuze lening van 1,2 miljoen euro waar Tromp bij betrokken zou zijn en waarvan een gedeelte zou zijn doorgesluisd naar diens eigen rekening.
Schotte en Tromp liggen elkaar niet. Ze spelen elkaar al enige tijd verwijten toe via de pers. Tot nog toe vonden ze elkaar slecht functioneren op de posities die ze bekleden en vonden ze van elkaar dat ze de ontwikkeling van het nieuwe land Curaçao in de weg stonden.
De vlam sloeg in de pan toen Tromp vond dat “er op hem wordt gejaagd” door de ministers van Financiën en van Economische Ontwikkeling en beschuldigde ze van corruptie. Hij werd bij de premier ontboden voor een gesprek daarover maar dat draaide uit op geroep en getier in de gangen van Fort Amsterdam.
Toen op 10 oktober van vorig jaar de Antillen werden afgeschaft, zijn zowel Curaçao als St. Maarten autonome landen geworden, maar ze hebben nog wel samen een Centrale Bank. Op Curaçao kwam na de verzelfstandiging de vroegere oppositie aan de macht. Emsley Tromp bleef aan als topman van de Centrale Bank. Hij wordt gezien als een exponent van de vorige regering.
Over de wederzijdse beschuldigingen is een spoedvergadering van het parlement ingelast, maar dat is meestal niet de eerste plek waar de politieke strijd wordt uitgevochten.
Topstukken uit de oude en uit de nieuwe regering vegen elkaar dagelijks de mantel uit in de krant en op radio en tv. Iedereen vindt transparantie en strijd tegen corruptie een topprioriteit. Dat leidt ertoe dat met grote regelmaat de vuile was wordt buiten gehangen.