Toen op 6 september Bonaire Dag werd gevierd, de officiële feestdag van het eiland, kwamen bij de plechtigheden bijna 700 eilandbewoners opdagen om te protesteren in plaats van om te feesten.

Als percentage van de bevolking (15.000 inwoners) kan dat protest al tellen, maar wie de Bonairianen kent, trok de wenkbrauwen op. Het zijn immers de geduldigste en zoetste inwoners van Caribisch Nederland: “protest” leek niet eens in hun woordenboek voor te komen, en dan dit.

Hun eiland is – net als Saba en St. Eustatius – nu bijna een jaar geleden een gemeente van Nederland geworden. Hoe dat uitpakt bevalt niet, Daar wordt nu steeds breder uiting aan gegeven, precies zoals op Saba en St. Eustatius.

De tweeling Cedric en Eric Soleana zijn de organisatoren van de demonstratie op Bonaire. Ze wisten jong en oud te mobiliseren, rijk en arm, aanhangers van rivaliserende partijen en Bonairianen zowel als Nederlanders die er al lang wonen.

“Het zit ons ook hoog”, zegt Eric, “er is zoveel beloofd waar niets van is terechtgekomen en tegelijk is er is te veel veranderd in te korte tijd. We voelen ons voor de gek gehouden. Waar wel invulling aan wordt gegeven is niet wat we willen.”

Hij geeft het voorbeeld van zijn moeder. Die is al een eind in de zeventig en moet soms voor een behandeling naar Curaçao. Ze heeft daar vroeger altijd begeleiding bij gehad. Eerst de vliegreis naar Curaçao en daar dan met het busje naar het ziekenhuis. Maar de nieuwe Nederlandse regels voorzien niet in vergoeding van begeleiding. Moeder kan niet meer naar Curaçao. Het is hier nu eenmaal niet zo simpel als van Utrecht naar Amsterdam. “Er was ons veel betere gezondheidszorg beloofd, maar dat valt op deze manier dan bitter tegen. Je kan het ook niet aankaarten want dan hoor je dat het vanaf 10-10-10 nu eenmaal zo is. Dat irriteert”, zegt hij.

De opschriften die in de demonstratie werden meegedragen hekelden vooral de fors toegenomen belastingen, de gestegen kosten van levensonderhoud, het onbegrip voor de typisch Bonairiaanse eigenheden en de botheid waarmee nieuwe wet- en regelgeving wordt ingevoerd.

Bij de lokale overheid is het draagvalk voor de nieuwe staatkundige positie weggesmolten. Voor veel nieuwe instituties is tekort aan personeel of zijn er geen fondsen voorzien om ze draaiende te houden. Er is bijvoorbeeld een rioolzuiveringsstation gebouwd, maar er is geen geld voorzien om die te laten functioneren. In Nederland wordt zoiets betaald uit een heffing die op Bonaire niet bestaat. Slecht over nagedacht.

“Er lijkt veel verspijkerd, maar de nieuwigheden werken niet terwijl de oude gang van zaken is afgeschaft”, zegt een ambtenaar, “Henk Kamp (de vorige Rijksvertegenwoordiger, nu minister van Sociale Zaken in Nederland) zei tegen iedereen die het wilde horen dat we nu de beste overheid ter wereld zouden krijgen. Die hoogmoed is hier gestruikeld.”

Waar goed op werd gereageerd was de inhaalslag in het onderwijs. Schoolboeken zijn gratis, maar ze komen uit Nederland. De Bonairiaanse leerlingen moeten nu berekenen hoelang het vliegen is van Amsterdam naar Marokko. Al het lesmateriaal is in het Nederlands en de angst groeit dat het Papiaments op Bonaire ten dode is opgeschreven.

“Onze cultuur, onze normen, onze taal, alles staat onder druk”, zegt Soleana. Hij verzamelt handtekeningen voor een referendum: “we willen heel neutraal aan de Bonairianen voorleggen of ze met Nederland een directe band willen, een lossere associatie of onafhankelijkheid. We gaan ruim de tijd nemen om de uitleg over alle opties tot ons te nemen. Maar we willen af van het heersende systeem van ‘wie zwijgt stemt toe’.”

Met de komst naar Bonaire van Wilbert Stolte, de nieuwe Rijksvertegenwoordiger, kwam ook het begrip voor de klachten van de Bonairianen. De Rijksvertegenwoordiger is de verbindingspersoon tussen de Caribische eilanden die nu gemeenten van Nederland zijn geworden en Den Haag.

Stolte

Stolte heeft er geen moeite mee te erkennen dat het met de implementatie van de Nederlandse nieuwigheden op Bonaire na 10-10-10 niet allemaal koek en ei was.

“De Nederlandse rijksoverheid heeft weinig of geen ervaring met de uitvoering van beleid”, zo legt hij uit, “dat doen in Nederland immers de lagere overheden of uitvoeringsorganen zoals bijvoorbeeld de verzekeraars in de zorg.” Nu moet er plots door die rijksoverheid beleid uitgevoerd worden bij een partner op 9000 kilometer afstand, zonder dat daar nog een laag tussen zit en ook nog eens in een cultuur die men amper kent.”

“Er is te veel, tegelijk op Bonaire afgevuurd en de veranderingen zijn niet altijd even pastoraal doorgevoerd”, beseft Stolte, “maar niets is in beton gegoten en je ziet dat er al wordt bijgesteld. Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft al aanpassingen aangekondigd van het belastingsysteem en de aanpak in de gezondheidszorg wordt tegen het licht gehouden.”

De Bonairianen moesten volgens Stolte ook nog wennen aan een overheid die regels en wetten handhaaft: “In de tijd van een centrale Antilliaanse overheid hoefde niemand op Bonaire zich veel van de regels aan te trekken, nu wordt de wetgeving wel uitgevoerd. Een actieve centrale overheid, dat moet natuurlijk wennen. Het kan best dat het allemaal wat bureaucratischer is geworden, maar de Bonairianen komen er nu achter dat Nederland haar zorgfunctie wenst na te komen en dat ze onderdeel zijn geworden van een systeem dat betere bescherming biedt.”

Stolte wil met nadruk het gevoel bij de Bonairianen wegnemen dat hun taal onder druk staat: “Er worden nu leraren Papiaments opgeleid voor het lokale onderwijs, dat is in de tijd van de Antillen nooit gebeurd.”

Thodé

Glenn Thodé, de gezaghebber van Bonaire – vergelijkbaar met de burgemeester in Nederland – heeft de heeft de koningin gevraagd hem per 1 januari aanstaande ontslag te verlenen.

Thodé hoeft het politieke gekrakeel op Bonaire niet meer. De afgelopen drie jaar zijn er negen bestuurswisselingen geweest, bijna allemaal ingegeven door plat opportunisme van de betrokken politici. Grote bestuurlijke inertie en weinig daadkracht waren het resultaat. Bij de laatste bestuurswisseling is er weer tenminste één mandataris aangetreden die verdacht wordt van corruptie.

Thodé ziet het mislukken van de overgang naar Nederlandse gemeente grotendeels als probleem van de Bonairiaanse politiek. Die valt te verwijten dat ze wel van alles wilden, maar te lang negatief tegenover Nederland hebben gestaan en zich onvoldoende gepresenteerd hebben als partner. “Op vraag van Bonaire is het bestuurskantoor voor de Nederlandse Cariben ook op Bonaire gekomen, maar nu het er staat worden de ambtenaren die er werken gezien als kolonisten”.

“Van Bonairiaanse kant is veel te laks opgetreden. De nieuwe situatie is niet vorm gegeven door de lokale politici. Aan de andere kant is Nederland hier gekomen met een houding van “dat gaan wij hier wel eens snel regelen”. Het superioriteitsgevoel is op het Calimero-complex gebotst.”

“Door Nederland is de mensenmaat niet gehanteerd en er is slecht naar ons geluisterd.” Dat is volgens de scheidende Bonairiaanse gezaghebber de andere grote oorzaak van de problemen waar de Bonairianen nu over klagen. Hij is, als hij de balans opmaakt nu het eiland een jaar geleden een gemeente van Nederland is geworden, niet gelukkig met het resultaat. “We hadden gerekend op empathie en we hebben een machinerie gekregen.”

Voor de kleine Bonairiaanse gemeenschap, die in niets lijkt op Nederland, moeten oplossingen op maat gezocht worden, vindt Thodé. Als de algemene regel wordt toegepast, schiet men het doel voorbij. “We worden teveel met een Nederlandse gemeente vergeleken”, zegt hij, “er wordt gekeken naar de meetlat in plaats van naar het gewenste resultaat.”

“Toen de Antillen nog bestonden en we iets wilden van de centrale overheid, belden we met de minister op Curaçao.
Die kreeg je dan direct aan de lijn. Die zei doorgaans zonder veel omhaal dat er geen geld voor Bonaire was en dat we het zelf maar moesten zien op te lossen. Nu komt de minister niet aan de lijn. In het beste geval hoor je van een ambtenaar een omslachtig verhaal. Het komt er op neer dat er voor wat jij wil geen kader is om geld te krijgen. Maar o wee als je het zelf oplost, want dan is het niet goed.”

“Als we het nu niet samen aanpakken komen we over een aantal jaren voor dezelfde onwerkbare situatie te staan als met de Antillen. Alleen is Willemstad dan ingeruild voor Den Haag.”