Helmin Wiels (foto: Ken Wong)

“Het lijkt de laatste decennia niet meer gepast te zijn om het over de onafhankelijkheid van Curaçao te hebben, maar het is na 377 jaar koloniale overheersing onderhand wel eens het moment om daarover te praten. Er zijn in de wereld 194 onafhankelijke landen en er zijn er nog een dertigtal die dat niet zijn. Daar is Curaçao een van. Ook de Verenigde Naties staan op het standpunt dat die laatste volkeren hun onafhankelijkheid verdienen.”

Dat is de positie van Helmin Wiels (52), leider van Pueblo Soberano (Soeverein Volk), na forse verkiezingswinst in 2010 de derde grootste partij van Curaçao, met 4 zetels op 21 vertegenwoordigd in de Staten en coalitiepartner in de huidige regering. In de peilingen lijkt de aanhang van PS nog verder te groeien.

Wiels is de politiek ingegaan, omdat hij het als maatschappelijk werker beu was beleidsnota’s te schrijven voor nagenoeg alle politieke partijen die er vervolgens niks mee deden. Volgens hem is er op Curaçao voldoende geld om voor iedereen te zorgen. Het is alleen ongelijk verdeeld en er heerst corruptie, dat moet ophouden.

Wiels wordt door menigeen die zich comfortabel voelt onder de Nederlandse paraplu gevreesd en afgeschilderd als de grote boeman van de Curaçaose politiek.

Hij brengt zijn boodschap rauw en ongezouten, velen vinden hem onbehouwen of bot, maar hij dwingt ook onverbiddelijk integriteit af van het politieke personeel dat zijn partij levert aan de huidige coalitie: 3 ministers werden reeds door hem van hun post afgehaald wegens incompetentie, machtsmisbruik of vermoeden van corruptie.

Zijn kiezerspubliek bestaat voornamelijk uit de arme, laag opgeleide en minder goed gesitueerde autochtone Curaçaoënaars, uit oudere nationalisten en uit intellectuelen van links.

Is Curaçao niet te kleinschalig om als onafhankelijk land te kunnen bestaan?

“In onze regio zijn er onafhankelijke landen die qua oppervlakte of qua aantal inwoners kleiner zijn dan Curaçao. Kleinschaligheid is geen argument om de onafhankelijkheid niet te willen.”

De Curaçaose gemeenschap zou te klein zijn om goed bestuur te kunnen waarborgen?

“Corruptie of slecht bestuur heeft niets met kleinschaligheid te maken, maar met menselijk gedrag. Hebberigheid en het gebrek aan voldoende regels zijn de oorzaak van vriendjespolitiek of van corruptie.”

“Kijk naar de Verenigde Staten. De banken hebben daar alle beperkingen waaraan ze onderhevig waren weggelobbyd en konden ongehinderd door regelgeving hun gang gaan en graaien, met de huidige crisis tot gevolg. In Europa gaat volgens de Europese Commissie 120 miljard euro per jaar verloren aan corruptie. Dat komt toch niet door de kleinschaligheid, zou ik zeggen.”

Hoe gaat u er in een onafhankelijk Curaçao voor zorgen dat corruptie of slecht bestuur niet meer voorkomt?

“Corruptie is een virus dat met krachtige middelen moet bestreden worden, want het ondermijnt de democratie.
Corruptie is immers erg dynamisch; zonder een adequate staatsregeling, zonder moderne wetgeving en zonder deugdelijke controle op de democratische instellingen, maakt de gelegenheid de dief. Bestuurders moeten met strenge wetgeving in het gareel gehouden worden.”

Wat is volgens u de verklaring voor het slecht bestuur van de afgelopen jaren op Curaçao, zelfs onder het toeziend oog van Nederland?

“Slecht bestuur moet nog maar bewezen worden. Ik zou eerder willen zegen dat de middelen van de gemeenschap de laatste 20 jaar zijn verkwanseld aan megaprojecten die niets of weinig hebben opgeleverd. De grote bankiers en de grote ontwikkelaars hebben niet hun eigen geld, maar gemeenschapsgeld geïnvesteerd in projecten die roemloos ten onder zijn gegaan zoals het Sonesta-project van 100 miljoen gulden of het WTC-project van 30 miljoen.”

“De grote accountantsbureaus zoals KPMG, Deloitte, Price Waterhouse en Ernst & Young hebben jarenlang jaarrekeningen goedgekeurd van overheidsbedrijven die er steeds slechter voorstonden en dat heeft nu geleid tot een debacle. Ik pleit voor veel strengere wetgeving die het onmogelijk maakt dat dezelfde vriendjes elkaar steeds weer de bal toespelen.”

“De bankiers, de ontwikkelaars, de accountantsbureaus, dat zijn wel de partijen die elkaar ontmoeten in het Oranje Comité en fundraisingbijeenkomsten organiseren om cadeaus te kopen voor leden van het Koninklijk Huis.”

Ziet u nog een rol weggelegd voor Nederland in een onafhankelijk Curaçao?

“Nederland moet de VN-resolutie 1514 (over het recht op onafhankelijkheid van gekoloniseerde landen en volkeren) eerbiedigen en vervolgens ook art.73 van het VN-charter waarmaken (over de verplichtingen van landen die een niet-onafhankelijk volk of -land onder hun hoede hebben). Het zal ons beter uitkomen met het koninkrijk te onderhandelen in de hoedanigheid van soeverein land, dan als kolonie.”