De delegatie uit Curaçao is boos opgestapt aan het eind van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) op St. Maarten. Deelnemers aan dat overleg waren volksvertegenwoordigers van Aruba, Curaçao, St. Maarten en Nederland.
In de slotconclusie van het IPKO zou komen te staan dat de consensusrijkswetten voorlopig niet kunnen beëindigd worden. Dat zijn de afspraken die tussen de eilanden en Nederland zijn gemaakt toen het autonome landen werden. Nederland kan zo controle uitoefenen op financiën en justitie.
De Curaçaose delegatie wilde voorkomen dat deze afspraken een permanent karakter zouden krijgen en wou dat standpunt apart vermeld zien in de conclusie. Toen dat volgens de Nederlandse delegatieleden niet kon, trok de Curaçaose vertegenwoordiging zich terug, op één lid na.
Nu de Nederlandse Antillen niet meer bestaan en de grotere eilanden autonome landen zijn met ieder hun eigen parlement, is het de bedoeling dat met regelmatig overleg de vier volksvertegenwoordigingen elkaars standpunten beter leren kennen en begrijpen. Het is pijnlijk duidelijk geworden dat het met dat begrip nog niet erg opschiet.
De voorzitter van de Curaçaose Staten zei al direct in zijn eerste toespraak dat zijn land gestaag wil toewerken naar onafhankelijkheid. Om te beginnen wil men af van de consensusrijkswetten want die worden op Curaçao als betuttelend ervaren en voor Aruba gelden ze niet.
Ronald van Raak (SP) vond dat Curaçao zich netjes aan de afspraken met Nederland moet houden en dat Den Haag moet ingrijpen als er niet wordt gehoorzaamd. “Hou anders maar een referendum over die onafhankelijkheid, maar niet hier een grote mond opzetten en thuis in de broek doen”, zei Van Raak geïrriteerd bij het begin van het IPKO.
Helmin Wiels, de aanjager van de Curaçaose onafhankelijkheidsgedachte, vond dat Raak het duidelijk maakte dat er in het Koninkrijk geen sprake is van gelijkheid tussen de landen. Hij vindt dat Nederland met “ongewone en bijzondere arrogantie” Curaçao dwingt te kiezen tussen onafhankelijkheid of ingrijpen door Den Haag.
De Arubaanse Statenleden van de meerderheid benadrukten tijdens de vierdaagse vergadering dat ze de band met Nederland strak willen aanhalen. Dat kwam hen op een giftige interventie te staan van Eveline Wever-Croes van de Arubaanse oppositie.
Die deed uit de doeken “dat er op Aruba sprake is van intimidatie, politieke achtervolging, vriendjespolitiek en corruptie”. Ze claimt dat de huidige Arubaanse regering afstevent op een financieel debacle. “Ze doen hier niets aan”, zei Croes, “omdat ze weten dat de Nederlandse belastingbetaler de rekening gaat betalen.”
Er is tijdens het IPKO niet alleen maar gesproken over de staatkundige relatie met Nederland, maar ook over gezondheidszorg, over het vervoer tussen de eilanden, over de jeugdproblematiek en over het personenverkeer tussen de eilanden en Nederland. Over deze thema’s zijn intenties geformuleerd, maar knopen zijn er niet doorgehakt. Er worden nu commissies ingesteld die binnen drie maanden met voorstellen moeten komen die later verder uitgewerkt worden.