Verkeersinfarct in São Paulo - Foto: Mídia NINJA

Verkeersinfarct in São Paulo – Foto: Mídia NINJA

RIO DE JANEIRO – Gisteravond zat ik met mijn Texelse boezemvriend Herman nog een caipirinha te drinken bij een strandtentje tegenover Hotel Olinda op Copacabana. Hij is met zijn kinderen vanmiddag doorgereisd naar Salvador de Bahia: ze gaan naar de wedstrijd Spanje-Nederland. Herman is fervent Oranje fan en heeft zijn kinderen en zichzelf getrakteerd op een vakantie in Brazilië zodra hij wist dat hij ingeloot was voor WK-kaartjes. Bezoek aan Rio, aan Salvador en aan Fortaleza, daarna zie ik hem weer in Rio voor de finale.

Je moet er toch niet aan denken dat het plezier van een half miljoen buitenlandse voetbalsupporters zoals Herman wordt gesmoord in traangas en waterkanonnen! Ze hebben vaak jaren gespaard om bij dit Braziliaanse voetbalfeest te zijn.

“Dat niet alleen”, zegt Herman, “wat dacht je van al die kleine ondernemertjes die ook hun graantje willen meepikken.” Hij had met de kinderen een fietstocht door de stad gemaakt. Die ondertussen populaire fietstochten worden georganiseerd door een stel Nederlanders die hier een paar jaar geleden een gat in de markt ontdekten. Overal in de stad worden nu immers goede fietspaden aangelegd. Dertig jaar geleden reed hier nog niemand op een fiets, nu is er een pressiegroep die ijvert voor de afschaffing van invoerrechten op fietsen. Ik hoop dat het helpt, want autorijden in Rio is een nachtmerrie is geworden. “Onze gids vertelde me dat ze niet zit te wachten op rellen, want nu is het natuurlijk hét moment om de fietstochten goed in de markt te zetten. Of wat dacht je van al die mensen die hun huis hebben opgeknapt en spulletjes hebben aangeschaft om bed & breakfast aan te kunnen bieden.”

Het was gisteren weer goed raak in São Paulo. Daar staakt het metropersoneel al zes dagen voor 12 procent loonsverhoging. Die staking heeft gisteren geleid tot het grootste verkeersinfarct dat São Paulo ooit gekend heeft; de files waren eindeloos want de helft van de metrostations zat dicht. De demonstraties zijn met knuppels en traangas uiteengedreven. Ondertussen zijn daar de teams van Argentinië, Spanje en de Verenigde Staten geland in die bizarre mix van protest en feestgedruis.

Het politieke ‘weg met het WK-protest’ waar in juni nog bijna een miljoen mensen voor de straat op kwamen is voorlopig verbannen naar facebook, tijdelijk weggeveegd door de groengele tsunami van voetbalsupporters die zich hun feest niet laten afpakken, maar wat heb je er aan als er sociale conflicten oplaaien. Morgen gaan ze het hier in Rio nog een keertje proberen op straat, net een dag voor het WK losgaat.

Er zijn meer dan 100.000 politieagenten en 57.000 soldaten gemobiliseerd om bij de hotels van de spelers, de voetbalstadions, de luchthavens waar de supporters aankomen en alle andere kritiek plaatsen te bewaken en te vrijwaren van onrust.

Waar de overheid nu op rekent, is dat de feestvreugde de overhand neemt en zo vanzelf de sfeer gaat bepalen.

Iedereen wacht met smart het begin van het WK af en rekent op de eerste Braziliaanse overwinning. Mocht de “Seleção” die wedstrijd tegen Kroatië donderdag verliezen of later in het toernooi uitgeschakeld worden, dan hou ik mijn hart vast. De taxichauffeur die me rond elf uur van Copacabana naar huis reed zei resoluut: “als ze geklopt worden breekt er een burgeroorlog uit.”

Door Journex

Dit blog gaat door tot na de finale van het WK en  is te koop.