RIO DE JANEIRO – België en zijn voetballers zijn hier zo onbekend dat de meeste Brazilianen niet eens weten dat in het Portugees de correcte naam van het drietalige volkje aan de Noordzee “Belgas” is. Er wordt, naar model van Americanos of Argentinos, zomaar wat verzonnen. Rode Duivels? Daar hebben ze al helemaal nooit van gehoord. Spelen die vandaag? Ja, in het voorprogramma van Brazilië tegen Mexico.
Ik heb eens op de Belgische tv een onderwerp gezien waar een presentator met foto’s van Belgische voetbalcracks in de hand de straat op ging in São Paulo. Dat ging wat beter: er werden zowaar veel spelers herkend, maar meer in relatie tot hun club, dan tot hun land. Het heeft alles te maken met de cultstatus van de individuele voetballer die hier gekoesterd wordt. Argentinië is Messi, Portugal is Christiano Ronaldo en de Seleção heeft eigenlijk maar één ster en dat is Neymar. Dat voetbal een teamsport is, lijkt van secundair belang.
Sowieso gaat negentig procent van de voetbalaandacht hier uit naar de eigen voetballers. Als er al warm of bewonderend gesproken wordt over een ander land, is het over Argentinië, de eeuwige rivaal, of – gek genoeg – Nederland, vooral na de spectaculaire winst op Spanje. Voor de grote voetballanden in Europa is er eigenlijk slechts respect, geen groot enthousiasme. België ligt qua voetballen op dezelfde hoop als Iran, Honduras of Algerije, maar wel in goed gezelschap, want Frankrijk of Kroatië liggen daar ook en alle landen waar geen of weinig Brazilianen spelen.
Pas gisteren, in de aankondiging van de wedstrijden van vandaag, werd er één zinnetje extra uitleg verstrekt: van België werd blijkbaar beweerd, aldus de commentator van tv-Globo, dat het een goed team heeft en misschien een outsider zou zijn die kon verrassen. Hij “zou het zien”. Niets eigen kennis van zaken, iemand had dat voor hem opgezocht op een site of zo.
Het zou best kunnen dat twaalf jaar afwezigheid op een WK oorzaak is van de collectieve Braziliaanse onwetendheid betreffende Wilmots en zijn mannen. Kijken of aan de perceptie kan gesleuteld worden, vanmiddag en de komende weken.
Een incident uit het WK-protesten-nieuws verdient op deze volle voetbal dag met een allesoverheersende Braziliaanse wedstrijd nog even de aandacht. Op de site van Ninja verscheen de video van een burger die tijdens de demonstratie van eergisteren in Rio met een getrokken pistool over straat liep. Het was, volgens Ninja, een vigilante die, naar model van wat hij normaal doet met zwervertjes, daklozen, bedelaars en ander ongedierte, komaf wilde maken met die linkse demonstrerende bende. Rio staat bekend om groepen vigilantes, vaak politieagenten in hun vrije tijd, die het recht in eigen hand nemen en korte metten willen maken met alles wat ze niet bevalt. Het zijn zonder uitzondering ultra-rechtse milities met een rudimentair ontwikkeld gevoel voor mensenrechten.
Het moet de socialistische president Dilma Rousseff worden nagegeven, er is nog geen enkele demonstratie verboden, ook al komt al die röring ter linkerzijde haar nu niet uit: als de betoging netjes wordt aangevraagd mag er gedemonstreerd worden. De politieagenten die ik laatst sprak, vonden het ook doodnormaal. Het hoorde bij de democratie. Dat waren, moet ik eerlijk zeggen, niet de politieagenten die de demonstraties uiteenjagen met traangas en rubberkogels. Rio, daar is soms geen touw aan vast te knopen.
Door Journex