RIO DE JANEIRO – Voor de Brazilianen is de slechtst mogelijke finale uit de bus gekomen. Hun aartsrivalen gaan voor de beker spelen tegen de ploeg die voor eeuwig deze zal zijn die ze de 7-1 heeft aangesmeerd. Gelijk welke uitslag van de pot van zondag smaakt ze nu al naar pis en azijn. Bovendien krijgen ze geheid nog eens een tweede keer op hun donder, zaterdag in de kleine finale tegen Oranje, een wedstrijd die niemand wil spelen. De les voor Brazilië: nooit meer een wereldbekertoernooi in eigen huis willen. Daar komen alleen maar brokken van.
Hoewel, een juichverhaal in de Financial Times stelt dat Brazilië eigenlijk altijd de wereldkampioenschappen voetbal zou moeten hosten. Dan is er altijd zon, zee, strand, prettige, degelijke stadions waar families met hun kinderen naartoe kunnen om voetbal te kijken, veiligheid, muziek en overal aardige mensen voor en na de wedstrijd. Kortom, het Braziliaanse WK is voor die krant een triomf.
Zo kan je er ook naar kijken, het klopt. Zonder te willen toevoegen aan de lokale zwartgallige sfeer van het moment, moet ik helaas zeggen dat dit toch maar het halve verhaal is.
Een strand waar je veilig kan toeven, wordt tijdens het WK gegarandeerd door een indrukwekkende politie- en soldatenmacht. Die mannen en vrouwen willen op den duur ook eens een weekendje vrij zijn. Continu zo’n beveiligingsinspanning is niet te betalen. Bovendien is die zeer selectief. Ik heb geen cijfers, maar ik verwacht dat hier in Rio, in de noordelijke stad waar toeristen niet komen en waar geen verdubbelde bewaking is geweest, de misdaad en de onveiligheid net zo hard het dagelijkse leven hebben bepaald als altijd.
De toegang tot de stadions was gereserveerd tot het soort mensen met kinderen die er fors voor konden betalen. Doorgaans zitten hooligans in een veel lagere bestedingsklasse. Hoewel de Argentijnse supporters hun best hebben gedaan in dat gat te springen.
De lezers van de FT kregen ook artikelen geserveerd over de weldadige invloed van het WK op de economie van het land. Wie er de kritische sites op naslaat krijgt het andere verhaal gepresenteerd: onteigeningen, sociale eisenpakketten, stakingen, demonstraties. De door president Dilma Rousseff nagestreefde harmonieuze maatschappij zonder monsterachtige inkomensongelijkheid is nog niet voor morgen.
Waar niets op af te dingen valt, is zon, zee, muziek en de aardige mensen. Die gaan al weer over tot de orde van de dag. Er is weer belangstelling voor het wereldnieuws in plaats van wereldbekernieuws, de commentatoren hebben het over de partijen bij komende verkiezingen en niet over voetbalpartijtjes. De mensen op straat dragen weer hun gewone kleren.
Mijn vriend Herman en ik gaan samen naar de finale. Hij dacht dat hij voor Oranje zou kunnen supporteren, ik hoopte op de Rode Duivels. We zijn allebei op Argentinië gebotst. Zitten we daar straks te kijken naar Angela Merkel, want die komt met plezier. De Argentijnse president Christina Kirchner staat nog niet op de gastenlijst, maar ik kan me niet voorstellen dat ze weg zou willen blijven.
De Brazilianen dumpen massaal hun kaartjes voor de finale, de politiebewaking bij Maracanã wordt – alweer – verdubbeld. Christiane Amanpour van CNN heeft Dilma gesproken over het dramatische verlies, maar ze is vergeten te vragen of ze gek genoeg zal zijn om de beker aan de winnaar te overhandigen.
Ik denk, laat Sepp Blatter het doen, het is zijn FIFA, zijn Cup. Brazilië is niet eens de uittredende kampioen. Het WK is er gekomen en is geslaagd, behalve voor het gastland. Arme Dilma.
Door Journex