Voor vandaag is er in Willemstad een protestmars gepland tegen de zware milieuhinder veroorzaakt door de Isla petroleumraffinaderij.
De demonstranten hebben bijval gekregen uit onverwachte hoek: voor het eerst lijkt een Curaçaose premier zich iets aan te trekken van de gezondheid van de eilandbewoners die al jaren onder de giftige rook leven van de olieraffinaderij.
Premier Gerrit Schotte zegt over de Isla in een concept beleidsnota die hij aan minister Piet Hein Donner van Koninkrijksrelaties heeft gestuurd, dat het een “vervuilende industrie is die overlast bezorgt voor omwonenden en schadelijk is voor het milieu”. Hij wil niet meer alleen nadenken over de economische aspecten van de nu 93 jaar oude olieraffinaderij in het midden van Willemstad. Hij vindt het “onaanvaardbaar dat met regelmaat kinderen van scholen naar huis moeten worden gestuurd omdat de uitstoot zwaar overlastgevend is.” Dat aspect wil hij nu meenemen in de overweging voor het “niet of wel kiezen van olieraffinage als economische activiteit voor de toekomst.”
De vorige kabinetten hielden er vooral struisvogelpolitiek op na omdat het probleem zo groot was geworden dat het nog nauwelijks aan te pakken viel zonder onder ogen te moeten zien dat de raffinaderij eventueel zou moeten sluiten. Dat zou een verlies van werkgelegenheid opleveren op Curaçao en tot lastige onderhandelingen leiden met de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA. Die huurt nog tot 2019 de Isla installaties.
Milieuactivisten stellen dat er gemiddeld jaarlijks 18 mensen overlijden aan de gevolgen van het inademen van de Isla rook. Ze zijn ook al jaren bang voor een grote ramp met de aftandse raffinaderij. Er is door de overheid nooit een calamiteitenplan opgesteld of nagedacht over grootscheepse evacuatie.
Peter van Leeuwen, voorman van milieuorganisatie SMOC voert actie tegen de Isla en tegen de eilandelijke overheid, die eigenaar is van de raffinaderij. Hij heeft al vele juridische procedures gewonnen maar dat heeft weinig beweging bij de overheid losgemaakt. Hij blijft sceptisch, maar zegt dat “de beleidsnota er op papier veelbelovend uitziet”. Hij vind het na jaren van officieel zwijgen “absoluut winst” dat nu voor het eerst de milieuproblematiek thema is bij de beleidsvorming. “Maar”, zo zegt hij, “er is zoveel feitenmateriaal over de schade die de Isla aanricht dat er eigenlijk direct wat ondernomen zou moeten worden.”
Hij hoopt dat snel de juiste experts worden aangetrokken die de bestaande milieuwetgeving implementeren en die de daad bij het woord voegen als het gaat om handhaving van de normen. Nederland heeft overigens geld gegeven voor versterking van de lokale milieudienst, voor meting van de uitstoot en voor handhaving van de hinderwet.
Schotte wil opschieten. Hij geeft zich nog tot het einde van het jaar de tijd om met een uitgebalanceerd plan te komen voor de raffinaderij na 2019. Sluiting wordt niet uitgesloten. Andere opties zijn de raffinaderij aanpassen aan aanvaardbare normen of een nieuwe raffinaderij bouwen op een andere locatie. Deze opties vragen om investering van miljarden.
De Curaçaose premier wil zo spoedig mogelijk naar Venezuela om het met PdVSA te hebben over de plannen voor de Isla. Er is ook nog een andere reden om daarover zo spoedig mogelijk met de huurder te praten. De internationale kwaliteitsnorm voor brandstof die van kracht wordt in 2014 gaat de sterk zwavelhoudende dieselolie die nu door de Isla wordt geproduceerd onverkoopbaar maken.
Het valt ook nog te bezien of de ambitieuze jonge premier geen problemen krijgt met zijn coalitiepartners. Die hebben zich in het verleden verzet tegen het hard aanpakken van de Isla en de optie van sluiting van de raffinaderij steeds van de hand gewezen.